Brainspotting

Waar je naar kijkt           
heeft invloed op            
hoe je je voelt

Brainspotting is een therapeutische methode, die gebruik maakt van het gezichtsveld om bronnen van emotionele en lichamelijke pijn, trauma, dissociatie en andere complexe symptomen te verwerken en uiteindelijk los te laten.
Brainspotting werd vanaf 2003 ontwikkeld door Dr. David Grand uitgaande van zijn ervaringen bij het uitvoeren van EMDR (Eye movement desensitization and reprocessing).
Het werkzame principe wat David Grand ontdekte tijdens een EMDR sessie met een cliënt, is dat de richting die je opkijkt, bepaalt wat je voelt.

Een ‘Brainspot’ is de stand of positie van de ogen. Deze staat in verbinding met een gebied in de hersenen waar een traumatische (of emotioneel geladen) ervaring, emotioneel wordt geactiveerd. De positie van de brainspot wordt bepaald door de oogpositie en de daarbij optredende reflexreacties. De brainspot is in feite een systeem waarbinnen emotionele ervaring in de vorm van herinnering wordt vastgehouden.

De inprenting van angst en onveiligheid verdwijnt niet door praten omdat deze zich heeft vastgezet in de niet talige delen van ons brein en zich uit via het lichaam’ (Bessel van der Kolk, psychiater)

Brainspotting lijkt op het eerste gezicht een kunstje, maar is sterk georiënteerd op hechtingstheorie en een goed therapeutisch contact tussen therapeut en cliënt. Daarom wordt veel nadruk gelegd op het Dual-Attunement-Frame: het contact moet goed en veilig zijn voor je kunt brainspotten.

Vanuit dit frame is er de ruimte om te kiezen waaraan je wilt werken. Anders dan bij EMDR hoeft dit geen specifieke herinnering of targetbeeld te zijn (hoewel dit natuurlijk wel kán). Er kan bijvoorbeeld ook gewerkt worden vanuit wat Peter Levine de felt sense noemt, de plaats van spanning of activiteit die in het lijf voelbaar is. Kortom: niets is fout, en er is grote openheid in het vinden van een beginpunt.

Er wordt gewerkt met een zogeheten brainpotting stick, een aanwijsstok die de positie van de brainspot helpt te vinden en vervolgens een hulpmiddel is om naar te blijven kijken. Vanuit de fixatie op dit punt wordt het dieper gelegen gebied in het brein geactiveerd en het zelfhelende vermogen van het lichaam aangesproken.

Verschil EMDR en Brainspotting
Brainspotting is doorontwikkeld vanuit EMDR maar verschilt op een aantal belangrijke punten van EMDR.
Er is geen protocol wat leidend is, het lichaam en de gevoelens die zich daar aandienen staan centraal en er hoeft dus in principe niet gepraat te worden.
Omdat het niet nodig is om terug te gaan naar de traumatische ervaringen of beelden die daarmee verbonden zijn is Brainspotting minder belastend voor de client.
Ook kan er gewerkt worden met vroegkinderlijk trauma waar niet altijd beelden aan verbonden zijn.

EMDR is inmiddels een wetenschappelijk zeer onderbouwde en beproefde methode, oftewel Evidence Based.
Brainspotting is relatief jong en heeft nog niet dezelfde status verworven als EMDR. 
Toch zijn er al diverse onderzoeken, zowel wetenschappelijk als ook onderzoeken vanuit ervaringen van clienten, die de werking van brainspotting onderschrijven. 
Waar jij als cliënt voor wilt kiezen heeft veel te maken met je eigen voorkeur en je kunt dit uiteraard ook bespreken met je therapeut.
Binnen Spectrum is Martine Hogendorf-Luchies getraind in het werken met Brainspotting.